Samen met Larisa heb ik stage gelopen op het Karel de Grote College in Nijmegen. Het is een middelbare vrije school met zo’n 625 leerlingen, verdeeld over 26 klassen.
Ik wilde graag een ander soort onderwijs ondervinden tijdens de stage. Bij PPO had ik samen met een aantal klasgenoten een presentatie gehouden over de vrije school. Toen kwam ik er al een beetje achter hoe dat onderwijs in elkaar zat. Maar, toen we stage gingen lopen, kreeg ik de kans om het ook zelf te ondervinden in de praktijk. Die kans wilde ik dus niet laten liggen en zodoende heb ik 9 weken lang, 2 dagen in de week op het KGC stage gelopen.
De niveaus die het Karel de Grote College heeft zijn:
Praktische stroom (De praktische stroom is voor leerlingen die een VMBO(g/t)-advies hebben en/of ook een LWOO-advies. Dit onderwijs is erg praktische gericht), VMBO, HAVO en VWO.
We wilden in deze stage een goed beeld krijgen over hoe de vrije school in elkaar zit, maar ook gewoon het lesgeven opzich. Hoe sta ik voor de klas, hoe breng ik iets over, hoe bedenk ik een opdracht enz. We hebben bij lessen meegeholpen, maar ook bepaalde lessen helemaal overgenomen. Zowel bij al een vast staande les, als een zelf bedachte les.

Evaluatie stage ervaring
StageplanDe stof eigen maken is redelijk gelukt. Maar ik had ook geen lange vertelstof die ik moest uitleggen. Het was hoogstens opdrachten uitleggen of een les evalueren met de leerlingen. Maar ook daarbij moet ik natuurlijk wel dingen onthouden om te vertellen. Ik kwam alsnog niet altijd even goed uit mijn woorden, maar naar mijn idee ging het al wel beter dan hoe het wel eens gegaan is.
Het reflecteren gebeurde wel. Met mezelf, met Larisa of met een stagebegeleidster. Maar daaruit vind ik het wel lastig om kort mijn gehele stage te kunnen formuleren. Daarom is het handig dat ik dit aan de hand van mijn stageplan kan doen. En in het logboek heb ik ook dingen gezet.
Tijdens het lesgeven heb ik niet heel erg gelet op mijn expressie. Wel heb ik geprobeerd om een soort van variatie in mijn les aan te brengen. Zoals bij de textielles waarbij we aan de rubberen sieraden gingen werken. De les ervoor was de opdracht uitgelegd, maar door uitval gingen we een aantal lessen later verder met de opdracht. Toen ging ik samen met de leerlingen weer bepaalde technieken oprakelen die ze konden gebruiken en schreef die op het bord. Eigenlijk had ik nog nooit het bord zo effectief gebruikt (wat misschien ook wel aan mijn handschrift op het bord te lezen was). Aan het einde ging ik met de leerlingen bespreken wat ze gemaakt hadden, want ze hadden proefjes gemaakt. Daarbij haalde ik leerlingen voor de klas om aan hun klasgenoten te laten zien wat ze gemaakt hadden en daarbij moesten ze ook vertellen hoe. Ik vond het zelf een leuke manier om zo bepaalde technieken te laten zien. Het was niet echt reflecteren op de les zelf, maar een soort van op de techniek. Bij de competenties in het stageplan had ik gezet: bevordert communicatie door bijv. te luisteren, samen te vatten en door te vragen. Dat is met deze manier van communicatie wel gelukt. Ik vroeg de leerlingen hoe ze iets gemaakt hadden. Soms vroeg ik door en zo nu en dan herhaalde of vatte ik het samen wat de leerling verteld had. Het is goed voor leerlingen om dingen twee keer op twee verschillende manieren te horen, zodat ze het beter onthouden.
Larisa en ik hebben samen lessen gemaakt. We mochten bij textiel een lessenserie geven, waar we heel vrij in waren van wat we mochten geven. Daarbij hadden wij de rubberen sieraden maken bedacht. Wat erg leuk was en ook deels aansloot bij het gemaakte CPE bij didactiek, kunst van afval. Helaas waren er tussendoor veel lessen uitgevallen, waardoor we zelf de laatste les niet hebben kunnen geven. Gelukkig heeft Gerda Fransman, de docent textiel, de les opgepakt en afgemaakt. Het is leuk om zelf een opdracht te ontwerpen en dat die dan ook echt uitgevoerd wordt. Ik vond het daarbij wel fijn dat we het met zijn tweeën konden maken. Samen kom je toch op meer ideeën en kan je elkaar goed aanvullen. Het is handig om dat op die manier te oefenen, zodat je het later ook in je eentje kan.
Voor tekenen hadden we ook een opdracht ontworpen. Helaas is het door miscommunicatie niet doorgegaan om zelf die les te geven. Toen moesten we een bestaande opdracht, die we een uur van tevoren hadden gekregen, geven aan een 10e klas. Het is jammer dat als je druk bent geweest een opdracht te ontwerpen, het niet gebruikt kan worden. Maar het is niet verkeerd om op die manier te oefenen met lessen bedenken.
Wij mochten textiellessen overnemen van een praktische stroom klas 7. Al jaren maken alle klassen bij textiel een kussen, dus dachten wij origineel te zijn door ze een sjaal te laten maken. Helaas viel dat niet bij iedereen in de smaak, doordat sommigen dachten dat ze een kussen gingen maken waar ze zich erg op verheugd hadden. Uiteindelijk moesten ze uitgaan van een sjaal, maar mochten er op het laatst ook een kussen van maken door de sjaal dubbel te vouwen. Die opdracht viel best tegen om te geven. Ook omdat ikzelf het jammer vond dat de leerlingen niet erg enthousiast waren en dat aan hun werkhouding te merken was.
Ook was het nog eens zo dat we zelf geen tijd hadden gehad om een sjaal te maken, waardoor de techniekkennis nogal summier was. Aangezien we ook patchwork (een waarbij lapjes katoenen stof van verschillende kleur en grootte aan elkaar worden genaaid) hadden gedaan bij andere textiellessen, waarbij de leerlingen een kussen gingen maken, dachten wij wel te weten hoe het werkte.
Helaas bleek een sjaal toch net iets anders te zijn, waardoor we tegen best wat dingen aanliepen. Sowieso hadden we eigenlijk geen kennis van textiel. Gelukkig kon de docent ons een handje helpen. Maar hierdoor merk je wel dat het goed is dat we zelf bepaalde technieken leren op ArtEZ, want die heb je dus hard nodig in het lesgeven.
Larisa had een leuke kleine extra opdracht bedacht wanneer er leerlingen al klaar waren met hun tas en kussen, een logo ontwerpen. Ook daar was niet iedere leerling over te spreken, omdat ze normaal klaar zijn als ze dat af hebben. Vaak mogen ze dan bijv. huiswerk maken. Je merkt aan de leerlingen dat zulke dingen een gewoonte zijn geworden, waardoor ze niet echt openstaan voor andere dingen/extra opdrachten. Zo zie je dat het niet altijd oké is om alle jaren bepaalde opdrachten te herhalen. Een beetje variatie is zeker niet verkeerd.
Soms vind ik het lastig om leerlingen op bepaalde dingen te wijzen. Ik had niet altijd het idee dat leerlingen naar mij luisterde omdat ik stagiaire was. Daardoor vond ik het niet altijd gemakkelijk hoe ik erop moest reageren. Dat komt denk ik ook omdat ik niet altijd de lessen totaal zelf heb kunnen gegeven, zodat ik me denk ik niet vrij genoeg voelde. Het is ook dat ik de leerlingen niet goed kende, wat ook een soort remming geeft. Al met al vond ik het soms lastig wat ik ermee aan moest als leerlingen niet echt naar mij ‘luisterden’. Naar mijn idee leer je zulke dingen ook pas echt wanneer je veel mee uren en dagen meedraait met een klas.
AlgemeenIn het begin hebben we veel geobserveerd en hier en daar een beetje meegeholpen. Later speelden we een grotere rol in het les geven en gingen we ook zelf lessen overnemen. Misschien kwam dit een beetje laat opgang, waardoor we bijv. onze les van de rubberen sieraden niet zelf hebben kunnen afronden. Al met al heb ik genoeg lessen kunnen meedraaien en geven om al weer meer ervaring op te hebben gedaan. Zeker als ik vergelijk dat ik in mijn vorige stage nog 2 volledige lessen heb kunnen geven, heeft dit mij al veel meer het ‘docentgevoel’ gegeven. Dus het echt zelf voor de klas staan en de leerlingen iets bijbrengen en zij mij. Want ik ben ook erachter gekomen dat je goed in moet spelen op/om moet gaan met alle verschillende persoonlijkheden van leerlingen. En dat is zeker niet altijd gemakkelijk. Zeker als je in je eentje als docent voor de klas staat. Daarom is het fijn om te weten dat er nog meerdere stages komen, om langzaam gevormd te worden tot die ene docent die voor een eigen klas staat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten